Skip to content

Ronald in gemeenteland: de wereld gaat aan vlijt ten onder

Gemeentelijke organisaties staan in de huidige tijd voor zeer aanzienlijke uitdagingen. Denk aan woningbouw, vluchtelingenopvang, uitvoering geven aan allerlei duurzaamheidsdoelen. Kortom, opgaven die heel veel vernuft vragen, en dat in een tijd van grote personeelsschaarste. Dat kan de nodige problemen met zich mee brengen. Ronald de Waard observeert en verwondert zich over wat hij tegenkomt bij de gemeentes waar hij werkt.

In 2022 zijn er gemeenteraadsverkiezingen geweest in Nederland. De nieuwe colleges zijn inmiddels geïnstalleerd en er zijn ambitieuze programma’s vastgesteld. Programma’s waarin veel ruimte is voor doelen rondom de talloze opgaven waar gemeentes mee worstelen. Die opgaven hebben een hoge mate van complexiteit en vragen een zorgvuldige voorbereiding. Dat strookt lang niet altijd met de termijnen waarbinnen het bestuur voortgang wil zien. Zodra een doel is gesteld, worden er snel resultaten verwacht. Die snelheid doet geen recht aan de complexiteit van de problemen en leiden niet zelden tot een jammerlijke mislukking. Je weet wat ze zeggen over haastige spoed.

Mijn ervaring is dat bij het definiëren van maatschappelijke doelen de voordelen nogal eens breed uitgemeten worden. De nadelen of – meer algemeen – de consequenties van de gemaakte keuzes blijven vaak onderbelicht. Keuzes hebben consequenties, daarover kunnen we vrijwel dagelijks in de krant lezen.

En laten nu net die consequenties essentieel zijn bij het stellen van die maatschappelijke doelen. Wanneer een gemeente aangeeft in 2030 volledig klimaatneutraal te willen opereren, dan gaat daar een hele wereld achter schuil. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de inrichting van het gemeentelijk grondgebied, maar ook voor het contact met de burger. Dan moeten we gewenst gedrag stimuleren en ongewenst gedrag ontmoedigen.

Hetzelfde geldt voor de stikstofdiscussie. Op dit moment proberen we problemen op te lossen door bepaalde locaties vrijstelling te geven van de opgelegde verplichtingen. Dat terwijl we ook op een ander niveau zouden kunnen kijken op welke plekken we de plannen kunnen realiseren. Echter vraagt dat tijd, deskundigheid en – bovenal – een zorgvuldige voorbereiding. Als we structureel problemen willen oplossen, zullen we onszelf als organisatie de tijd moeten gunnen om vanuit de gestelde maatschappelijke doelen werkbare strategieën uit te denken. Die strategieën kunnen we vervolgens vormen tot levensvatbare projecten.

Dat is dan misschien niet snel en de resultaten zullen niet binnen een paar maanden zichtbaar zijn. Inmiddels hebben we met elkaar een punt bereikt dat we moeten kijken naar de lange termijn en het vinden van structurele oplossingen voor de opgaven die we hebben. De tijd van pappen en nathouden is voorbij en het wordt tijd dat we dat met elkaar erkennen.

Back To Top